Het toffe aan werk is dat je dat meestal niet hoeft te doen in het weekend, ter bewijs voer ik mijn laatste betrekking aan. Mijn voorlaatste betrekking daarentegen hield in dat ik niet alleen het merendeel van deze fijne tijden aan mij voorbij zag snellen, maar ook de uren waarop ik fijne tijden beleefde.
Good riddance I say!
Maar nu zitten we alweer aan de sollicitatie, het onvermijdelijke schrijven en daarbij zoveel mogelijk de slijmerij uit de weg gaand, edoch ook de regels van de kunst in het oog houdend. Er is niks vervelenders als origineel uit de hoek te komen in een proces waarbij originaliteit vaak bestraft wordt. De makke is dat je niet weet bij welk bedrijf je wél fluks uit de hoek mag springen, vaak zijn het eerder de jonge bedrijven die conservatief met deze zaken omgaan (als ik naar mijn persoonlijke werkervaringen kijk). Het probleem met jong zijn is dat je serieus genomen wilt worden, de grote bedrijven wilt imiteren, daarbij vergetend dat deze de frisse aanpak en occasionele kwinkslag wel eens graag zien.
Of ook niet. Ik ben natuurlijk nog altijd werkloos (pardon moderne, pro-actieve maatschappij, werkzoekend). Morgen daarentegen moet ik eens gaan kijken voor een opleiding. Dit is wel grappig, ik ben verplicht naar een infosessie te gaan die ik zelf heb aangevraagd. Ik vraag me af hoe die lui dat aanpakken.
“Meent hij dat wel echt? Voor alle zekerheid maken we het verplicht, zodat hij er niet meer onderuit kan, de wezel.”
Ben ik dan ook verplicht me in te schrijven voor voornoemde opleiding? Misschien pak ik morgen beter een advocaat mee. Voor het geval dat ik voor de rechter word gesleept als ik zou beslissen dat, nee, deze opleiding past niet bij mij, ze (aha) vervolmaakt mij niet in deze huidige omstandigheden.
Het merendeel is eigenlijk maar onschuldige frustratie zeg. Ik werk namelijk liever dan dat ik werkloos ben, alleen al om dit soort dingen te vermijden. Ik héb interesse voor deze opleiding, maar schiet mij niet af als ik beslis dat het niks voor mij is. En beledig me alsjeblieft niet met het verplicht maken. Of ook nog eens goed met een markeerstift over het uur en de plaats te gaan, daarbij implicerend dat ik moeite heb met een brief te lezen, of een afspraak na te komen. Misschien zit ik wel in de eerste fase van werkloosheid, en gaat die na een tijdje over in een soortement van kleurenblindheid, zodat alleen felle kleurtjes en heftige geluiden mij uit een semi-comateuze toestand kunnen opwekken.
De derde fase zal misschien bestaan uit acute alcoholverslaving, wat ik kan afleiden uit de lui die om 11 uur des ochtends al dapper met een halve liter Gordons in de rij voor mij stonden, vage tatoeages over wit vel. Dit was natuurlijk in de tijd dat het langharig werkschuw tuig voor een stempeltje van een norse ambtenaar voor de middag uit zijn bed moest. Gelukkig bleef ik altijd vriendelijk, want de volgende job is maar een glimlach weg.
De wijsheid van vandaag is dus; poets je tanden voor je op gesprek gaat! (En dump de halve liter)